In de Nieuwe Badkapel te Scheveningen werd in 1926 door de orgelbouwers Van Dam te Leeuwarden een orgel geplaatst. Dit gebeurde in de nadagen van Van Dam, de firmanten waren toen (en de naam van de firma luidde): N.V. Van Dam (Bergmeijer/Franssen). Het front werd waarschijnlijk ontworpen door de architect van de kerk, W.C. Kuijper jr. Van 1967 tot 1972 werd het orgel door J. van der Zwan te Scheveningen omgebouwd naar een drie-klaviers instrument. Hierbij werd o.a. de tractuur geëlektrificeerd. Tevens is hierbij geprobeerd het karakter van het orgel om te buigen van romantisch naar neo-barok, een poging die in de geschiedenis nog nooit met goed resultaat is uitgevoerd. In 1993 en 1997 werden nog kleine (dispositie) wijzigingen uitgevoerd door M.C. Tiggelman te Zaltbommel.
Het orgel vertoont nu, naast dit uiterst ambivalente gezicht, tal van gebreken, met name op het gebied van de tractuur. Omdat groot onderhoud sowieso hard nodig is wil men de gelegenheid aangrijpen om het orgel meer terug te brengen naar 1926, zonder een volledige reconstructie. Afgezien van het feit dat hiervoor niet voldoende kennis van de oorspronkelijke situatie aanwezig is, zou dit ook veel te kostbaar worden. Bij deze werkzaamheden zal Jos Laus als adviseur optreden, de orgelmaker die de werkzaamheden gaat uitvoeren is nog niet bekend. Omdat ook dit orgel een belangrijk vertegenwoordiger is van een verdwijnende stijl, gaat de Stichting hier voor € 1.500,00 aan bijdragen.